Change Region:Germany

Loofhuttenfeest

Feest van het naderen tot God

DruckversionSend by email

Loofhuttenfeest - feest van het naderen tot God

Er is veel over het Loofhuttenfeest te schrijven. Bijvoorbeeld over de Joodse gebruiken tijdens dit feest, of over de vruchten die rond dit feest worden geoogst. Vanuit het Nieuwe Testament is de vraag stellen, hoe Jezus dit Pelgrimsfeest heeft ingevuld, of wat er nog te verwachten is van dit Loofhuttenfeest. In dit artikel wil ik iets nog anders laten zien van dit feest. Namelijk wat de scheppingsorde is van dit Loofhuttenfeest en welke profetische lijnen erin zitten.  

We weten dat God een God is van relaties. Al vanaf de Schepping wil God een relatie met de mensen. In het Paradijs hadden Adam en Eva iedere dag contact met God. Echter, vanwege de Zondeval is de relatie met God verstoord en kunnen wij alleen via de offers tot God naderen. Dit maakt God duidelijk in zijn Thora, of onderwijzing. Het centrum van de Thora is het boek Leviticus, wat draait om de roep van God naar de mensen, om tot Hem te naderen. De enige manier naderen waarop dit mogelijk is, de weg van de offers. Ondanks de Zondeval blijft God ons uitnodigen om een relatie met Hem te hebben, met als profetisch vergezicht, dat Gods tent bij de mensen is en dat Hij zal bij hen wonen, Openb.22:3. Uiteindelijk wil God het Paradijs herstellen. De vraag die we in dit artikel willen belichten is, hoe geven de bijbelse feesten ons inzicht over de manier of methode hoe wij tot God kunnen naderen? Zit daar een bepaalde structuur in? Wat kunnen de feesten ons nu leren over het proces van herstel, hoe wij door jaarlijks de Feesten van God te vieren, ook onderweg zijn richting het einddoel van God, dat van het herstelde Paradijs?

De twee grote feesten die elk zeven dagen duren, zijn Pesach en Loofhutten, als de twee grote oogstfeesten, één in het voorjaar en één in het najaar. Beide hebben veel gemeenschappelijk, ze duren beide zeven dagen en reflecteren daarmee iets van de Scheppingsweek van zeven dagen. Zoals de Schepping na zeven gereed was en God zag dat het goed was, zo is Pesach het feest van Herstel van de Schepping. Niet alleen de Uittocht uit Egypte, herstel van het volk richting het beloofde land, maar ook de Opstanding van Jezus, als herstel van de relatie met God. Pesach of Pasen kennen we in de christelijke traditie, maar wat wil Loofhutten ons hierin verder duidelijk maken? Is Loofhutten dan de volgende stap in het herstel van de Schepping, richting het herstelde Paradijs?

Het Loofhuttenfeest laat een bepaald patroon zien, een ordening. Jezus stuurde zijn discipelen naar Jeruzalem om het grote feest te vieren. Maar Hij ging zelf niet, doch in cognito. Daarna lezen we, dat halverwege het feest Jezus leert in de Tempel. En dat Hij op de grote dag van het feest, de slotdag, opstond en riep: ‘Wie dorst heeft kome tot Mij en drinke…’ Joh.7:37. Op het slotdag van het Loofhuttenfeest, tijdens de climax van het feest, roept Jezus ons. Jezus, het vleesgeworden Woord van God, de representant van God op aarde roept ons toe om tot Hem te naderen. In deze week van het Loofhuttenfeest kunnen we daarmee iets van de hele Schepping zien. Eerst was Jezus slechts in cognito aanwezig. Hij was, samen met God, bij de Schepping aanwezig, en de hele tijd was Hij bij zijn volk, maar als in cognito. Bij de Uittocht van Egypte was de rots die met hen meeging, een beeld van Jezus. Dan halverwege het feest, in de volheid van de tijd, Gal.4:4, ook wel het hoogtepunt van de tijd, kwam Jezus op het toneel. Hij wordt nu nog niet door Israël als Messias erkent, maar wel als leraar. En op de slotdag roept Hij en belooft Hij de Heilige Geest, die ná Hem zou komen.

 Jezus identificeert zich hier op het Loofhuttenfeest met het ritueel van het waterscheppen, om water uit het badwater van Siloam te halen en als plengoffer in de Tempel voor God te storten met het gebed om regen. Regen is cruciaal in het Midden Oosten. Zonder regen groeit er niets. Omdat dit feest ook een oogstfeest is, is het gebed om regen van groot belang. Zie Jer.5:24 en Hand.14:17. Bij dit gebed om regen, zingt Israël Psalm 118, waarin staat: ‘Heer, geef ons zegen. Heer, geef ons heil.’ Eigenlijk zingt men hier: ‘Geef ons Jeshua’. Op dat moment gaat Jezus, Jeshua, staat en roept de mensen om tot Hem te komen, als de heiland. En Jezus belooft dat wanneer zij tot Hem komen, dat zij daarna stromen van levend water, de Heilige Geest, zullen ontvangen. Dit is heel typerend. Want wat is het grote gebeuren waarvoor Jezus naar de aarde kwam? Dat is het offer met Pesach, een half jaar na Loofhutten.

Pesach is allereerst het feest van de Uittocht van Israël, uit de slavernij van Egypte, richting het beloofde land. Er moest wel een offer gebracht worden, en pas als de engel van God het bloed van het pesachlam aan de deurposten zag, ging hij voorbij, ‘pesach’. Door het offer werd het voor Israël tot een feest, het Pesachfeest. Pesach is het beeld van het herstel van Gods volk. De offers zijn nodig om tot God te naderen. Ieder jaar moest er weer een Pesachlam geslacht worden. De offers wijzen naar het grote Offer. Wij als christenen zien in het Pesachlam Jezus. En wanneer Jezus dit offer heeft volbracht, kunnen degenen die in Hem geloven, ook vervuld worden met de Heilige Geest. Het Wekenfeest, of Pinksteren, waarbij de uitstorting van de Heilige Geest wordt gevierd, valt altijd ná Pesach. En beide voorjaarsfeesten horen bij elkaar. Geen Pinksteren zonder Pesach en geen Pesach compleet zonder Pinsteren. Jezus en de Heilige Geest horen bij elkaar, als Woord en Geest. Pesach duurt zeven dagen, maar heeft de echte afronding pas zeven weken later, met Shavuot, of het Wekenfeest, Pinksterfeest. Pinsteren is de afsluiting van Pesach en is te zien als de achtste dag van Pesach. Zeven dagen als beeld van de Schepping, met de achtste dag als teken van de nieuwe tijd, een beeld van de herstelde Schepping. Voor het leven in de nieuwe tijd heb je Gods geest nodig, om te leven in de herstelde relatie met God.

Bij het naderen van God kunnen we het beeld van de Tabernakel of de Tempel nemen. In de feesten speelt de Tempel namelijk een centrale rol: de feesten werden juist hier gevierd, voor het Aangezicht van God. De Tempel bestond uit drie delen: de Voorhof, het Heilige en het Heilige der Heilige. Drie onderdelen, maar toch volledig één, 1 Joh.5:7,8. Alleen door offers te brengen kan men naderen tot God. Pesach is het eerste feest, een Eerstelingenfeest, waarin het draait om de voorhof. Het Pesachlam werd daar geslacht. Ook heeft Jezus aan het kruis openlijk de machten tentoongesteld en zo over hen gezegevierd. Dat was in de buitenlucht, te vergelijken met de voorhof waar de offers werden geslacht. Dat is de eerste barrière om tot God te naderen. Allen door het offer van Jezus kunnen we tot God naderen. Maar na Pesach komt het Pinksterfeest, als feest van de Geest. De Tempel had naast de Voorhof, een Heilige en een Heilige der heilige. In het heilige stond de Menorah, als beeld van de Heilige Geest. En in het heilige der heilige was de Ark, de plaats waar God zetelt. Met het offer van Jezus zijn we de Voorhof voorbij, in het heiligdom. Hoe nu verder? Hoe kunnen we nu verder naderen tot God?

We zagen al dat Pesach het feest is van de Zoon en Pinksteren is het feest van de Geest. Dan is het duidelijk dat we nog iets missen, namelijk het feest van de Vader. Loofhuttenfeest aan het eind van het jaar, waarin de grote oogst wordt binnengehaald en alle volken voor de troon van God staan, is dat feest van de Vader. Het Loofhuttenfeest verwijst naar het wonen in tenten door Israël in de woestijn, maar verwijst ook vooruit naar de tijd dat de tent van God bij de mensen komt wonen, Openb.22. Door de opbouw in de feesten van God, naderen we steeds dichter tot God. Dit profetisch perspectief zien we in de structuur van de feesten: vanuit Pesach en Wekenfeest naar het grote Loofhuttenfeest. Dit is wat de bijbel zegt in Ef.2:18, Rom.5:2 en Hebr.4:16, namelijk, door Jezus en de Geest kunnen we naderen tot de Vader.

En, hoe helpt dit ons om te leven als gelovigen, richting het uiteindelijke koninkrijk van God op aarde? Vanuit het beeld van de Tempel, dat we mogen naderen tot God, en dat dit wordt gesymboliseerd middels de feesten, is een belangrijke les te halen. God weet dat wij zwakke mensen zijn. En voordat we als gelovigen de wereld ingaan en het goede nieuws mogen verkondigen, wil ons God beschermen. Vanuit het Heilige der heilige, bij de troon van God, kunnen we omkeer maken, ‘tesjoeva’, en dan komen we in het Heilige. Daar kan Gods Geest ons verder vullen, totdat alle zeven lampen van Gods Geest in ons hart gaan branden. Dus niet meer één kleine lichtje, maar de volheid van Gods Geest in ons. Vervolgens komen we in de Voorhof, waar Christus gereed staat om ons met zijn wapenrusting te bekleden, Ef.5. Dan pas zijn we volledig toegerust om de wereld in te gaan en het goede nieuws te gaan verkondigen. Zonder de genade van God als ons fundament, zonder de inwoning van de Heilige Geest en bekleed met Christus als bescherming met de wapenrusting van God, lukt het ons niet om  staande te blijven in deze wereld, op weg naar het uiteindelijke koninkrijk van God op deze aarde. Het naderen tot God heeft een uitwerking in ons leven: God zal onze uitgang en onze ingang bewaren, tot de dag van Christus Jezus. Over die uitgang naar de wereld en de ingang in Gods heiligdom, kunnen we veel leren van de feesten van God, in het bijzonder het sluitstuk van het Loofhuttenfeest.

(Eerder verschenen in: Profetisch perspectief.)

 

Share this: